Als je net als ik op gevoel dot, vaak op details let en nauwkeurig werkt, zal je tijdens het dot painten regelmatig constateren, dat de dots niet allemaal even groot zijn of dat je niet symmetrisch hebt gedot. Voor een perfectionist, zoals ik, is dat best confronterend.
Maar ik weet inmiddels ook, dat als je na die constatering je gewoon weer overgeeft aan dat gevoel van plezier, dat je tijdens het dotten met mooie kleuren hebt, je als het af is, verrast kunt worden door de schoonheid van jouw creatie.
Toch liep ik er dit weekend ook weer tegen aan. Ik ben bezig een deksel van een opbergdoosje, dat ik aan iemand kado wil geven, te dotten. Nadat ik een paar cirkels had gedot, om dat wat ik in het midden gedot had heen, zag ik dat mijn centrum niet helemaal symmetrisch was en mijn cirkels niet even rond waren. Op dat moment sloop het gevoel van perfect te moeten werken er ongemerkt weer in.
Toen ik hierover met een vriendin sprak, vroeg ze mij wat ik liever had. Met behulp van sjablonen perfect uitziende dot paintings maken? Of op gevoel dotten blijven dotten en net als de Aboriginals, waar dot painting vandaan komt, imperfecte cirkels dotten? Perfectionisme of ‘Aboriginalisme’?
Het antwoord was voor mij gelijk duidelijk: ‘Aboriginalisme’! Want ik geniet van het in vrijheid kunnen creëren, van het gewoon beginnen en mijn creaties laten ontstaan in het moment zelf, van kunnen loslaten wat ‘hoort’ en ‘moet’. Juist dan kan ik uit mijn denken stappen, naar mijn gevoel gaan en volledig mijzelf zijn. En daarin ligt schoonheid, een schoonheid die iedere creatie uniek en persoonlijk maakt!
Dus als jij hier een keer tegen aanloopt, kan jij jezelf de vraag stellen, waarom je bent gaan dotten. Uit plezier of om iets perfects te creëren?
Hartelijke groeten,
Sigrid
